dinsdag, september 13, 2005

Een vierpuntenwedstrijd

Jongstleden zaterdag 10 september begon voor twee teams in de Nederlandse Meesterklasse de competitie, twee weken voor de reguliere startdatum. Op zaterdag 24 september spelen echter zowel HMC-Calder als LSG de 7e ronde van de Europacup voor clubteams in het Italiaanse Saint Vincent. Gelukkig werd daar door de KNSB al rekening mee gehouden, en deze in de 1e ronde clubs tegen elkaar ingedeeld. Zodoende was vooruitspelen in beider belang.

Het roemruchte Leidsch Schaakgenootschap heeft een moeizaam seizoen achter de rug, waarbij degradatie alleen werd voorkomen door een overmatige dosis geluk in de gezamenlijke slotronde. Geluk dat Rotterdam tegen de Leidenaren verzuimde de sportieve plicht te doen en met een aantal invallers uit lage teams aantrad. Op rating was LSG echter vorig jaar niet veel zwakker dan HMC Calder - het zal gemiddeld amper 25 punten zijn geweest - en ze hebben zich in de tussentijd ook nog eens versterkt. Door een subsidiepot voor sport van de gemeente Leiden is men in staat geweest John van der Wiel als trainer/speler van het eerste aan de vereniging te binden. Ik heb begrepen dat officiële toekenning van de financiële middelen aan LSG nog een formaliteit zal zijn. Tevens is ook Eelke Wiersma, topbord van het gedegradeerde Amstelveen, de Leidse gelederen komen versterken.

Een geducht team, waartegen HMC Calder 1 zich geen vrijheden zou kunnen veroorloven. Bovendien is een gevecht tussen gelijkwaardige teams die zich op sterkte in de middenmoot ophouden natuurlijk a priori een vierpuntenwedstrijd. De winnaar heeft een zorg minder, de verliezer zal zich tegen de zwakkere teams geen misstap meer kunnen permitteren. De beide teams speelden dus deze eerste wedstrijd direct onder behoorlijke druk.

De partijen van deze wedstrijd zijn hier te vinden

De eerste uren trad er weinig tekening op in het verloop van de wedstrijd, hetgeen de spanning nog verder vergrootte. Kopman Daniel Fridman had in een Caro-Kann de eenvoudigste weg gekozen, de dames geruild en daarmee ieder gevaar uitgebannen maar het resterende winstpotentieel was niet groot. Mikhail Saltaev speelde zijn zoveelste partij tegen Eelke Wiersma, en zijn spel viel vooral op door originele, maar wat bizarre torenmanoeuvres. De stukkenactiviteit die Wiersma wist te ontwikkelen deed de wenkbrauwen van menig Bosschenaar fronsen. De nieuwe trainer/speler van de Leidenaren, John van der Wiel stuitte op een tot het bot gemotiveerde Nicolai Pedersen, die zich uitstekend had voorbereid. Tegen het einde van de openingsfase verzonk Nicolai in diep gepeins, waarna Gerard Welling al meende dat de Deen een verpletterend offer aan het uitrekenen was. Zo verpletterend was dat offer echter niet, integendeel, en met de rustige voortzetting hield onze man comfortabel spel.

Het is bekend dat Mark van der Werf samen met Teun van de Vorm ooit een standaardwerk over de Noteboomvariant van het Halfslavisch heeft geschreven, en het is dan ook begrijpelijk dat Geert van der Stricht diens theoriekennis niet wilde testen. Nu ontstond een Stonewall-formatie waarin zwart met een bevrijdingsactie een aantal stukken kon ruilen en zijn grootste zorgen waren daarmee voorbij. Een bekende opening zagen we bij Rafael Fridman op het bord komen. Met zijn geliefde Philidorverdediging komt hij meestal wat gedrukt te staan, maar hij heeft een groot vertrouwen in de weerstand van zijn stelling. Toch kreeg de witspeler, Tom Middelburg, deze keer wel erg veel ruimte. Op het bord van Gerard Welling en Stefan van Blitterswijk kwam een rustige versie van het gesloten Siciliaans op het bord, waarbij de witspeler met een paardmanoeuvre die hij had afgekeken van Morozevich (zij het in een iets andere stelling) zijn f-pion wist mobiliseren. Vooralsnog was niet duidelijk of wit op enig concreet voordeel kon bogen.

Michiel Abeln volgde ondertussen het voorbeeld van de gebroeders Fridman die zich met regelmaat van de Philidorverdediging bedienen, en kwam al spoedig in een eindspel terecht met een geïsoleerde dubbelpion, maar met uitstekende veldencontrole. Zwart had aanvankelijk niet veel te vrezen.

In een ouderwetse Panov-variant speelde Willem Muhren niet helemaal nauwkeurig waardoor zwart tot tegenspel had kunnen komen. Deze verzuimde ..Dxe5 (met controle van d4) waardoor Willem een fraai blokkadeveld in handen kreeg. Hij maakte vervolgens systematisch voortgang. Minder rooskleurig was de situatie op het bord van Paul Span. Een ouderwetse variant tegen de Hollandse verdediging waarop Paul niet op de meest gepointeerde wijze reageerde, en zwart kwam onder stevige positionele druk te staan. Het was echter niet zo duidelijk hoe wit voorgang moest boeken en Paul verdedigde geduldig en taai, waarbij bevrijding door verdere ruiltransacties werd voorbereid.

Tenslotte de debutant en verreweg de jongste aanwezige speler Twan Burg, maar liefst 31 jaar jonger dan de oudste aanwezige speler Gerard Welling. Een scherpe Siciliaan verzandde spoedig in een remiseachtig eindspel, waar Twans pluspion weinig waarde had vanwege zijn verzwakte pionnen. Een remiseaanbod van de sterke Rudy van Wessel werd op advies van teamleider René Olthof afgewezen, maar daar waren niet alle spelers het mee eens, want zo'n stelling kun je nog wel degelijk verliezen. Dat was de stand van zaken na een uur of drie spelen veel stellingen zonder duidelijk voordeel voor één van de twee partijen, en dus een wedstrijd die nog alle kanten op kon.

foto Jan Bey (www.schakers.info)

In het vierde speeluur kwam daar echter spoedig verandering in. Rafael Fridman wist zijn gedrongen stelling wat lucht te verschaffen door enkele stukken te ruilen, en tegenspel op de damevleugel te starten. Op het moment dat zijn stelling volledig volwaardig oogde bood hij remise aan hetgeen Tom Middelburg niet (meer) durfde te weigeren. Binnen tijdsbestek van een minuut viel ook de tweede remise, toen Mark van der Werf tegen Geert alle zware stukken ruilde en ook zijn wat slechtere loper wist te compenseren. In een geblokkeerde stelling werd de vrede getekend. Een kwartiertje voor de tijdcontrole kwam HMC Calder voor het eerst op voorsprong, en zou deze niet meer uit handen geven. Gerard Welling kwam na wat onnatuurlijk aandoende maar redelijk effectieve manoeuvres enigszins in het voordeel. Geholpen door dreigende tijdnood van de opponent werd met de mobiele e- en f-pionnen een wig in het zwarte centrum gedreven. Teneinde het broodnodig tegenspel te genereren liet Stefan van Blitterswijk zich in op complicaties die hem boven het hoofd groeiden. Wit hield uiteindelijk na beeindiging van de slagwisselingen een stuk meer over en na het bereiken van de tijdcontrole gaf de Leidenaar zich gewonnen. Een belangrijk punt werd vervolgens gescoord door Willem Muhren, wiens tegenstander zich niet wist te ontworstelen aan wits allengs toenemende greep op de stelling. Er werd een wit paard op d6 genesteld met groot voordeel voor de witspeler en de beslissende fout liet toen niet lang meer op zich wachten.

De overwinning van Nicolai Vesterbaek Pedersen deed de laatste Leidse hoop vervliegen. Nicolai kwam comfortabel uit de opening, won een pion en John van der Wiel verzuimde ook nog eens tijdig zijn 40e zet uit te voeren. Een keurige en overtuigende overwinning van onze Deense kracht. In een heftig tijdnoodduel tussen Mikhail Saltaev en Eelke Wiersma wist LSG eindelijk wat terug te doen. In de wandelgangen werd gefluisterd dat Eelke het niet helemaal goed deed en zelfs een moment in de problemen had kunnen komen, maar uiteindelijk dwong hij op krachtige wijze de winst af. Tussentijds maakten Twan Burg en Rudy van Wessel er na lang doorspelen toch remise van. Een uitstekend debuut van de benjamin van het team. We kwamen vervolgens op 5 punten omdat Paul Span zijn plan tot uitvoer kon brengen, toen de zware stukken verdwenen fleurde zijn stelling zienderogen op. Met als resultaat een zwaarbevochten maar niet onverdiende remise.

Nu was de situatie voor LSG hopeloos, want op het topbord moest de Leidenaar met een minuspion op remise hopen, al was de stelling nog behoorlijk scherp. En Michiel Abeln stond optisch misschien wat minder maar wel bijzonder stevig. Het viel niet te verwachten daar daar ooit twee bordpunten te halen zouden zijn... Op het topbord begon een wedren tussen pionnen, en spoedig werd duidelijk dat Daniel Fridman het beter had gezien, hij won. Direct na de partij toonde hij wat hij allemaal had gezien: een aardige alternatieve winstvariant , en de aanbeveling voor de witspeler waarna deze redelijk comfortabel remise had kunnen maken. Nu de bijl voor de Leidenaren ook in de praktijk gevallen was gaf Michiel Bosman zijn pogingen op om er tegen "onze" Michiel iets van te maken. Gezien de stelling op het bord is het ook de vraag of dat een reële hoop was.

Gerard Welling